| Alibiboek:
(~en) |
Boek waarin de Mama's schrijven wat ze wanneer moeten doen, zodat ze later kunnen zien wat ze wanneer hebben gedaan of hadden moeten doen. |
| Barreltjes: | De verzamelnaam voor droge brokjes van welk merk dan ook. |
| Bastet:
(Koningin ~) |
Koningin, Godin en toeverlaat van alle katten. |
| FlapFleppen:
(FlepteFlap, GeflapFlept) |
Spel door pluizen gespeeld met een lap (bijvoorkeur gordijn). Ze zitten aan weerskanten uit het zicht en steken om beurten een poot naar voren. De kat aan de andere kant moet dan proberen er op te tikken, hetgeen niet lukt als snel wordt teruggetrokken. Degene die de meeste rake tikken uitdeelt is winnaar. |
| Grote Wijdte:
(De Grote Wijdte) |
Het land in de verte waar ik altijd zo graag heen wil. |
| HTK-kat:
(~en) |
Huis-, Tuin- of Keukenkat. |
| Identificatie:
(~s) |
Mijn halsband met naam en adres. |
| Landmijn:
(~en) |
Mijn speelballetje met 'stekels'. Eigenlijk een stressballetje van
de Mama's.
. |
| Meel:
(~tjes) |
Mijn post via internet (mail). |
| Mis-Poes
verkiezing: (~en) |
Kattenshow voor poezen en katers. Ook Mister-Kater verkiezing genoemd of Katverkiezing sinds de anti-discriminatiewet. |
| Nagelloze tik:
(~ken) |
Zachte speelse tik met ingetrokken nagels. |
| Ontkreuken:
(KreukteOnt, geontkreukt) |
Moet mijn Mama Dede altijd doen als ze lang op een zij gelegen heeft met mij in haar armen. |
| Overtolligheid:
( Overtolligheden) |
Datgene wat wij pluizen* naar de kattenbak brengen. |
| Plavuizenpluis:
(Plavuizenpluizen) |
Een pluis zonder duidelijke afkomst. Ook wel Huis-, Tuin- of Keukenkat. Plavuizenpluis genoemd, omdat op die plaatsen vaak tegels of plavuizen liggen. |
| Pluis:
(Pluizen) |
Benaming die katten zichzelf geven. Zie ook Plavuizen~* en Takken~*. |
| Rag Kant:
(~en) |
Betere naam voor 'Web-Site'. |
| Regentenkraag:
(Regentenkragen) |
Mijn mooie witte kraag. |
| Ritsen:
(Ritste, geritst) |
Een rits geven, d.w.z. steriliseren van poezen. |
| Roezemoezen:
(MoesdeRoes, Geroezemoest) |
Een uitdrukking voor vriendschappelijk stoeien. |
| Staartentrekker:
(~s ) |
Klein mensje dat pluizen* graag bij het allerachterste van hun rug beetpakt. |
| Staartlikken:
(Liktestaart, gestaartlikt) |
Middel om de gunsten van Koningin Bastet* te vragen. |
| Statuskoop:
(Statuskopen) |
Attribuut dat figuren met status in een ziekenhuis bij zich dragen.
(stethoscoop). |
| Takkenpluis:
(Takkenpluizen) |
Een pluis* met een officiele stamboom. Onderdeel van een (stam-)boom, dus een tak. Hebben altijd een lange ingewikkelde takkennaam, zoals 'Aiya van Noertich in den Houthe' (de stammoeder van de takkenpluizen alhier). |
| Volnagel tik:
(~ken) |
Mep met alle nagels uit. Ter verdediging. |
| Yuppentoeter:
(~s) |
Mobiele telefoon. Oorspronkelijk gebruikt door opschepperige zakenmensen z.g. Yuppen. Werd bijvoorkeur gebruikt op opvallende plaatsen (op straat etc.). |
| * De met een sterretje gemerkte woorden zijn zelf in de lijst opgenomen. |
Home |
Back |
Top |
Next |
| e-mail
ons
Uw reactie
of rechtstreeks aan Stapper Laatste wijziging: 28 augustus 2011
|